Wanneer ik – tijdens ons jaarlijkse uitje naar het Filantropisch Orkest – in gesprek raak met Sijmen Keizer gaat het, zoals wel vaker, over muziek. Sijmen, toch wel een kenner op dat gebied, beweert dat er vroeger (in zijn tijd, zeg maar) veel meer goede muziek werd gemaakt dan nu het geval is. En terwijl ik luister naar de klanken van The Immigrant Song van Led Zeppelin (geweldig uitgevoerd door Saul Jonk) ben ik even genegen hierin mee te gaan, maar ik besluit het niet te doen. Ik wil mezelf niet mee laten voeren in het hele ‘vroeger was alles beter’-verhaal. Want was het vroeger nou echt wel zo veel beter?
Wat muziek betreft, er is in de decennia voor de jaren 2000 inderdaad een ‘shitload’ aan goede muziek uitgebracht. Ik ben de allerlaatste die dat zal ontkennen. Echter de laatste jaren zijn er zeker nog wat pareltjes uitgekomen. Dus beter? Meer wellicht, maar beter weet ik nog niet zo. Dat het vroeger goedkoper was, hebben we inmiddels wel vastgesteld. Dus wat dat betreft was het wel beter. Auto’s uit die tijd? Vele malen mooier. Architectuur? De gracieuze gebouwen die vroeger werden gebouwd zijn geen partij voor de betonnen (of glazen) kolossen die ze nu uit de grond stampen. Boeken dan (Zijwind uitgezonderd, uiteraard) of films? Ik denk dat ik op dat vlak ook met Sijmen mee moet gaan. Er zijn in voorgaande decennia namelijk een aantal klassiekers geschreven die we nu – in het tijdperk dat de geschiedenis in zal gaan als ‘WOKE’ – nooit meer zullen lezen of zien. En laat ik het maar helemaal niet hebben over de verloedering van de beroepsgroep die zich vroeger journalisten noemden. Maar of alles nou beter was? Of beter gezegd, zouden we echt terugwillen naar de tijd?
Naar die tijd voor de televisie toen we nog met elkaar moesten praten? Brrrrr!! Of met z’n zessen op een slaapkamer en één wc. Buiten welteverstaan. Elke dag aardappelen met groente op het menu met eens in de zoveel dagen een stukje vlees of vis waar je vervolgens heel snel bij moest zijn anders hebben je grote broers en zussen het al voorgekauwd voor je. Je waste jezelf – of werd gewassen – in de tobbe en als je de laatste was, mocht je ‘lekker’ poedelen in het stinkende badwater van de voorgangers. Wanneer je van A naar B moest, moest je eerst in de weer met een landkaart om een stratenplan uit te tekenen. Ruzie met je wederhelft gegarandeerd. Er was nog geen koelkast dus de vleeswaren – als die al over een keertje overbleven – moesten op de schuurvloer koel gehouden worden. Met een emmer erover om de katten weg te houden. Flessen bestonden nog niet, dus als de melkboer kwam, moest je met een kannetje naar de voordeur waar deze werd gevuld. Hygiëne? Is dat Russisch voor snel doordrinken? En denk eens in door hoeveel lagen kleding je heen moest voor je van bil kon. Voor je al die klederdracht had verwijderd, was je soldaat(je) alweer in zijn schuttersputje gaan liggen. Een wonder dat er zoveel kinderen geboren zijn. Of eigenlijk ook niet aangezien er nog geen voorbehoedsmiddelen waren en de priester (letterlijk!) aan de deur kwam als er een te lange tijd tussen de zwangerschappen zat. Geen uren bellen met je moedertje die een stukje verderop woont en internet is nog lang niet ‘in beeld’. Sexting? Een lamme arm van het brieven schrijven naar je vakantieliefde om vervolgens een weekje of tig te moeten wachten op antwoord.
Willen we echt terug naar die tijd? Ik in ieder geval niet. Ik klus nog wel een uurtje bij voor wat extra luxe, want ik zie die tobbe niet zo zitten. En de rest eigenlijk ook niet….
Goedemorgen jan ,dat laatste stuk wat je geschreven heb,dat heb ik niet meegemaakt ,daarna sommige dingen wel en ik vond het wel beter ,er werd nog gepraat en de rust van geen mobiel ,ze lopen nu zelfs achter de kinderwagen te appen of bellen ,diep triest,of ze wat missen ,ik zeg altijd als er iemand dood is dan hoor je het wel een uurtje daarna ook en alles moet door gaan Fijne dag jan