Ja ‘we’ wel, ja. Vaak met dank aan onze (groot)ouders die ons alle kansen hebben gegeven. Soms een goedlopend bedrijf in de schoot hebben geworpen of er in ieder geval voor hebben gezorgd dat het ons aan niets ontbrak. Maar hoe zit dat met onze kinderen of de kinderen van onze kinderen? Groeien zij op in net zo veel rijkdom en nog veel belangrijker, hebben zij ook alle vrijheid en rechten die wij hebben genoten?

Kan jouw dochter (of zoon) nog zo vrij over straat bewegen als jij dat vroeger kon? Kan zij dat ook ’s avonds laat en in een buurt waar de ‘fatbike’ oververtegenwoordigd is? Kan jouw zoon nog zwalkend over straat naar huis toe na een avondje doorzakken in de kroeg?

Behalve dat je voor een avondje stappen tegenwoordig eerst een bank moet beroven, is de kans dat je onderweg beroofd wordt of erger ook niet meer uit te sluiten.

Maar goed, ‘we hebben het toch nog goed?’

Ja, klopt. Wij wel. Hier in een ‘rijke gemeente’ die door het harde werken van onze ouders en grootouders een geweldige naam heeft opgebouwd waardoor er overal deuren voor ons opengaan. Maar hoe zit dat met jouw kinderen?

Krijgen die deze kansen ook of moeten zij straks iemand – met veel mindere kwalificaties – voor zich dulden in het kader van ‘positieve discriminatie’? Zitten ze straks thuis in de bank met hun HBO-diploma of nemen ze toch maar dat baantje wat ver onder hun niveau is om wat geld te verdienen.

Want ja, ‘we hebben het toch nog zo goed?’

Ja, dat hebben we het zeker. Wij wel, want wij waren nog in de gelegenheid om een huis te kopen in de goede (gulden)tijd waardoor we nu bijna hypotheekvrij door het leven gaan. Een hypotheek die al niet zo heel hoog was, omdat de huizenprijs toen nog op te hoesten was met 1 of 1,5 salaris.

Sinds 2013 is de huizenprijs echter verdubbeld – in onze gemeente zelfs meer dan verdubbeld – en dus kun je het als starter wel vergeten. Zeker wanneer je alleen bent. Huurhuizen zijn er bijna niet meer – en degene die er zijn worden met voorrang vergeven aan statushouders – dus rest er niets anders dan een kamertje op zolder bij je ouders. Tot na je dertigste levensjaar.

Maar goed, ‘we hebben het toch nog zo goed?’

Wij wel inderdaad, met dank aan onze (groot)ouders die de wereld na de oorlog weer hebben opgebouwd en een veilige wereld voor ons wisten te creëren. Waar we nog konden ‘hangen’ op straat, spelen tot laat in de avond, met je vriendin of vriend hand in hand kon lopen en waar de zorgen nog steeds iets voor morgen waren.

Daarom hebben wij het nog zo goed!

Door onze (groot)ouders die hebben gestreden voor gelijke rechten voor vrouwen, stemrecht, recht om te scheiden (dat was er gewoon niet tot de jaren ’70, hè), die opstonden tegen oorlogen, streden voor hogere salarissen, betere werkomstandigheden en nog veel meer. En waar strijd jij voor?

Heb je wel eens nagedacht wat voor wereld jij voor jouw (klein)kinderen achterlaat of wil laten? Nee, misschien wordt dat dan wel eens de hoogste tijd. Misschien is het ook wel eens tijd om ergens voor te strijden of in ieder geval voor op te staan. Te beginnen in het stemhokje. Want, hoewel sommigen beweren van niet (en ik ze ergens nog gelijk moet geven ook), begint het toch echt met stemmen.

Maar ja, je kunt ook denken: ‘we hebben het toch nog zo goed.’ Je kinderen zullen je dankbaar zijn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *