Ik heb in mijn jongere jaren een tijdje ‘verkering’ gehad – zo heet dat toen nog – met een ontzettend lieve en mooie meid. Ze is in die tijd toevallig ook Nederlands kampioen tennis en wanneer we wel eens samen op de baan staan, word ik geregeld alle kanten van de baan opgeslagen. Eén ding valt me echter wel op (behalve haar prachtige verschijning, uiteraard) …

En dat is dat wanneer ik een korte bal sla – een zogeheten ‘dropshot’ – deze vaak succesvol is. En nu moet ik zeggen dat dit tot op de dag van vandaag nog steeds een van de betere slagen uit mijn arsenaal is, maar mijn mannelijke tegenstanders zijn er toch vaker als de kippen bij. Het valt me later op dat dit bij vrijwel alle vrouwelijke tennissters het geval is. Het lijkt erop alsof de bal al een flinke tijd onderweg is voor ze zien dat deze kort gaat komen. Met als gevolg dat ze dus vaak te laat arriveren. Iets dat vrouwen – de mijne in ieder geval – niet vreemd is.

Gek genoeg beweegt mijn toenmalige vriendin dan wel weer bizar goed links en rechts. Ik kan de ballen alle hoeken injagen, maar ze staat altijd op de juiste plek en de ballen komen vervolgens nog veel harder weer terug. Mij in ver- en bewondering achterlatend. Behalve die korte ballen dus. En hoewel ik op dat moment nog niet (officieel) journalist ben, ben ik van nature wel nieuwsgierig en dus ga ik op zoek naar een (wetenschappelijke) verklaring. En die blijkt er te zijn…

In de oertijd – terwijl we nog rondlopen in zo’n tijgervelletje – moeten wij mannen uit jagen en de vrouwen blijven thuis om op de groep te letten. Zij leren op dat moment al om ieder detail in de omgeving in de gaten te houden en springen dus niet op bij iedere man in een tijgervelletje die voorbijkomt om deze te bespringen. Ze hebben hierdoor door de jaren heen – en dit is geen grapje – een veel breder blikveld ontwikkeld. Hoe anders is dit bij mannen. Wij moeten urenlang verscholen in een of ander bosje liggen met ons blikveld naar voren gericht. Op het moment dat de kans zich voordoet springen we uit onze schuilplaats en sprinten we naar voren richting de prooi. In het voorbeeld van het tennisveld gaat het dan om de bal, maar in de oertijd waarschijnlijk om een hert of – voor de waaghalzen onder ons – een dier dat terugbijt. Hierdoor is het blikveld van ons mannen bijna volledig vooruit geëvolueerd.

De evolutie heeft er dus voor gezorgd dat de huidige vrouw niets ontgaat dat zich in hun buurt bevindt. Probeer als man maar eens naar een voorbijgaande mooie dame te gluren. Uit eenzelfde onderzoek is overigens ook een ander belangrijk iets naar voren gekomen. En dat is dat vrouwen de gave hebben om iemand op korte afstand van boven naar beneden te scannen zonder een krimp te geven. Wij mannen moeten echter onze oogbollen bewegen. En nu wil het toeval dat die bolletjes wel eens pauzeren op de plek waar net het decolleté zich bevindt. Hier is dus absoluut geen opzet in het spel, maar dit is wetenschappelijk bepaald en vanuit de oertijd zo geëvolueerd. Neem het ons dus aub niet kwalijk, dames…

Eén gedachte over “Evolutie op zijn/haar best”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *