En dus kies je, onder enorme tijdsdruk, maar een studierichting. Fierljep je nog net die hakken over de sloot – tot opluchting van je o zo trotse ouders – en begin je aan ‘hun’ droombaan. Om na een jaar of tien later met een enorme burn-out thuis te komen zitten. Doodongelukkig.
Je hebt geen idee waar je moet beginnen. Het is alsof je ooit het startschot voor de marathon (je werkende leven) hebt gehoord en de verkeerde kant bent opgerend om jaren door te rennen in de ratrace die we het leven noemen. Vijf dagen in de week – soms zes of zelfs zeven – richting de afgrond.
En het begint allemaal met een keuze. Een keuze die vaak de jouwe niet is, omdat je op vijftien-, misschien zestienjarige leeftijd nog geen idee hebt wat je ‘later wil worden als je groot bent.’ En toch sta je voor die keuze. En waar je hart wellicht zegt dat je graag timmerman wil worden, vinden je ouders dat helemaal geen goed idee en kies je dus maar voor een studiekeuze die leidt tot een baantje op kantoor. Of de andere kant op en ga je met een kop vol creativiteit (en een beetje hersenen) de bouw, horeca of vis in waar alleen je geweldige collega’s er nog voor zorgen dat je überhaupt ’s morgens nog opstaat.
Mijn mening over het huidige schoolsysteem – waar stampen nog steeds wordt geprevaleerd boven zelfontplooiing en waar we vissen nog steeds beoordelen op hun talent om in bomen te klimmen – heb ik al vaker geventileerd. Gelukkig zie ik wel kleine veranderingen. Positieve veranderingen. Maar het kan wat mij betreft niet snel genoeg. En de eerste verandering die van mij per direct doorgevoerd mag worden, is het uitstellen van die ‘gedwongen’ keuze. Een keuze die zo bepalend kan zijn voor de rest van je leven.