Wanneer we de tennisbaan opstappen wisselen we de weledele heer Richard Karregat af die zich kort daarvoor in het zweet heeft gewerkt. Wellicht vanwege de grote hoeveelheid zuurstof in zijn hersenen verkeert hij in een filosofische bui en stelt ons de vraag: ‘wat is nou vorm?’ En die vraag houdt me nu al dagen bezig…

Met vorm doelt hij in dit geval niet op een kubus, een driehoek of een vierkant of het feit dat iemand in uitstekende conditie verkeert, maar op het ongrijpbare gevoel wanneer alles vanzelf lijkt te gaan. Op de tennisbaan welteverstaan. En ik moet zeggen dat het de afgelopen dagen best goed gesteld is met die vorm. Ik raak de forehands weer als vanouds, de backhands – die ik echt jarenlang op zolder had geparkeerd – vliegen weer van mijn racket en die volley’s, tja… Laten we zeggen dat als tennis alleen uit volleren zou bestaan, ik in de Top 3 van de wereld zou staan.

Helaas moet je met tennis ook nog van achteruit iets kunnen en dat valt meestal een beetje uit de toon. Maar goed, het ging in dit geval over vorm en kunnen we in het geval van de volley’s dan over vorm spreken of is dat gewoon aangeboren talent en een kwestie van jarenlang trainen? En kun je na een of twee wedstrijden al spreken van vorm of moet er een langere periode aan voorafgaan waarin je op een wolk lijkt te zitten? Kun je ook per onderdeel in vorm zijn. Dat zeg maar je forehand in vorm is en je backhand niet en kun je vorm ook maken?

Mijn fysiotherapeut en (meer dan) goede vriend Peter Tol van Fysiotherapie De Garage beweert van wel. Hij denkt dat als je de randvoorwaarden maar voldoende optimaliseert, de vorm vanzelf (terug)komt. Misschien heeft hij daar een punt. Wie het weet, mag het zeggen. Ik vraag mezelf vooral af of je behalve op het sportveld ook in het dagelijks leven in vorm kunt zijn? En is vorm ook te differentiëren – je bent op je werk in bloedvorm, maar op het voetbalveld struikel je over je veters – of gaat dit altijd gelijk op?

Ik loop dagen met de vraag van de heer Karregat in mijn hoofd – ‘wat is nou vorm?’ – tot een tennisleering van me (zo’n vervelende lefty) aan alle twijfels een einde maakt en met de conclusie komt. ‘Als zelfs de ballen die je kl*te raakt invliegen, dan ben je in vorm.’ En daar is natuurlijk geen speld tussen te krijgen…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *